Zorg en welzijn

Wie in armoede leeft, is vaker ongezond. Kinderen die in armoede opgroeien, hebben vaker een ongezonde levensstijl, waar ze hun hele leven last van houden. De cijfers zijn om stil van te worden: mensen met hoge inkomens leven in ons land gemiddeld 7,5 jaar langer dan die met lage inkomens. Het verschil in het aantal gezonde levensjaren is zelfs ruim achttien jaar. Voor de PvdA is dit onverteerbaar.

De gemeente is verantwoordelijk voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (=Wmo) en de jeugdzorg.
Als jij ziek bent of iemand in je omgeving is ziek, dan heb je hulp nodig en is al het andere onbelangrijk. Dan wil je erop kunnen rekenen dat jij of je naasten de juiste zorg, aandacht en liefde krijgen. Niet op basis van wie je bent, maar op basis van wat je nodig hebt. Toch is dat lang geen vanzelfsprekendheid. Ook niet in een welvarend land als Nederland.

Ondertussen werken de mensen in de zorg keihard. Daarbij zijn ze soms meer tijd kwijt aan de administratie en verantwoording dan ze aan hun cliënten besteden. Dat kan en moet anders: marktwerking beperken en uit gaan van vertrouwen in de zorg- en welzijnsprofessionals.
Ook in de Wmo en de jeugdzorg is het marktdenken doorgeschoten en zijn er veel aanbieders om uit te kiezen, maar lokaal werken wij met zorgaanbieders die niet gaan voor winstmaximalisatie, maar voor goede zorg.

Niet de markt, maar de mens staat centraal. Dit doen we op drie niveaus:

  • We zorgen voor een gemeente met een sterke sociale basis voor iedereen. Dat doen we met goed onderwijs, met sportvoorzieningen, die voor iedereen toegankelijk zijn, met een groene omgeving en met goede voorzieningen. Strikt genomen is dat geen zorg, maar het is wel de manier om met elkaar gezond te blijven.
  • We zorgen met wijkteams voor collectieve hulp aan mensen, die iets meer begeleiding nodig hebben. Deze teams zijn dichtbij in de wijken/dorpen georganiseerd, en bieden hulp en on-dersteuning aan bepaalde doelgroepen en risicogroepen.
  • We zorgen voor individuele hulp met voorzieningen die aansluiten bij een specifieke vraag of behoefte van een persoon of gezin.

Voor de PvdA betekent dit voor de komende raadsperiode:

  • Als gezinnen zorg nodig hebben, is het belangrijk dat het gezin perspectief krijgt om uiteinde-lijk zichzelf weer te kunnen redden.
  • We verbinden het maatschappelijk werk met plekken, waar mensen graag komen, zoals de sportverenigingen, de bibliotheek, de buurtwinkel en de koffiehoek van de supermarkt.
  • Eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid mogen geen reden zijn om hulp te weigeren. Te-gelijkertijd nemen we afstand van de tendens van medicalisering en problematisering. Op-voeden en opgroeien gaan gepaard met risico’s en met vallen en weer opstaan. Dingen die bij het normale leven horen, laten we ook daar. Opvoedingsondersteuning en jeugdzorg zien we in elkaars verlengde, maar niet als elkaars gelijke.
  • Jeugdwerkers, -coaches en buurtzorgverleners hebben een belangrijke signalerende rol, doordat zij laagdrempelig het gesprek aangaan met jongeren en jongeren bij bijvoorbeeld een potje voetbal hun verhaal kunnen doen. Deze manier van werken, vanuit een laagdrempe-lige vertrouwensrelatie, speelt een belangrijke rol in het voorkomen van zwaardere zorg voor jongeren.
  • We faciliteren een goede samenwerking tussen de diverse aanbieders, zoals de huisarts sa-men met de praktijkondersteuners GGZ (POH-GGZ jeugd en volwassenen), de 2e lijns- GGZ, wijkverpleegkundigen en thuiszorg
  • We streven naar lokale aanbieders die in aantal beperkt zijn. Daarbij hebben we oog voor di-versiteit in de problematiek en de kwaliteit van de zorg.
    Zorg moet betaalbaar zijn: de eigen bijdrage in de Wmo geldt alleen voor mensen met een inkomen, dat hoger ligt dan 130% van het minimumloon of een vergelijkbaar besteedbaar in-komen.
  • We pakken sociaaleconomische gezondheidsverschillen aan door de aanpak van onderlig-gende problemen zoals gezinsproblematiek, onderwijs en armoede. Door het bevorderen van bijvoorbeeld gezond eten, bewegen, de aanpak van obesitas en stoppen met roken.
  • Preventie is belangrijk: we doen dit in een vroeg stadium en vooral bij opgroeiende kinderen en in het onderwijs. Daarnaast willen we ook ouderen stimuleren en mogelijkheden geven om gezond te blijven eten door bijvoorbeeld eetclubs in de wijken de organiseren.
  • Covid heeft de eenzaamheid vergroot onder grotere bevolkingsgroepen. We nemen met onze partners het initiatief voor een lokale alliantie tegen eenzaamheid. Voor de oudere generatie creëert thuis blijven wonen ook nogal wat eenzaamheid. Wijkteams en vrijwilligersorganisaties hebben hier een grote rol, gestimuleerd vanuit de gemeente. Daarvoor leggen we huisbezoeken af en zorgen we voor voldoende ontmoetingsplekken in de wijk/het dorp.
  • We willen dat Steenwijkerland een dementievriendelijke gemeente blijft.
  • Met bestaande aanbieders willen we een laagdrempelige inloophuis faciliteren.
  • We willen mensen met een GGZ-indicatie zoveel mogelijk thuis opvangen en behandelen in samenspraak met omgeving en familie. Daarom willen we de begeleiding van deze mensen en hun buren in wijken en buurten versterken.
  • We zijn voor inclusieve wijken en vinden dat er voor iedereen een plek is in de gemeente, maar daar horen wel randvoorwaarden bij. Werken met ervaringsdeskundigen en de aanwezigheid van GGZ-expertise bij de politie en in het welzijnswerk zijn voorbeelden van die randvoorwaarden.
  • We zorgen dat er goede ondersteuning is voor mantelzorgers: dagopvang en respijtzorg om de zorg te ontlasten; praktische en emotionele hulp, zoals bijvoorbeeld training voor de omgang met dementie en het stimuleren van contact met lotgenoten.
  • We verliezen de jongeren niet uit het zicht en ontwikkelen/onderhouden een fijnmazig netwerk waar jongeren en buurtwerkers, wijkzorg, handhaving, politie, scholen, jeugdzorg, ouders, maar bijvoorbeeld ook woningcorporaties onze ogen en oren zijn voor wat er onder de jongeren in de buurt speelt
  • We ondersteunen kinderen en gezinnen, die op eigen financiële kracht onvoldoende middelen hebben, om mee te doen met school, sport en cultuur.
  • We zorgen voor voldoende groen en speel- en beweegruimte in de buurt voor kinderen.
  • We zorgen dat de lijnen tussen de jeugdzorg, jeugdhulpverlening en de scholen kort zijn en regelen de jeugdhulp waar mogelijk intern op school.
  • We zetten in op laagdrempelige opvoedondersteuning met steungezinnen, pleeggezinnen, gezinshuizen en pleeghuizen.
  • Het uitgangspunt blijft één gezin, één regisseur en één ondersteuningsplan, dat vooral ook het plan van ouders en kinderen is. Het perspectief is om op weer eigen benen te staan.
  • We versterken de weerbaarheid van kinderen en gezinnen, gericht op het voorkomen van alcohol- en drugsgebruik, pestgedrag op scholen en social media, seksueel misbruik en problemen bij een vechtscheiding.
  • We pakken wangedrag van jongeren preventief aan via zorg en ondersteuning en waar nodig via handhaving.
  • Wij kiezen ervoor om jongeren, die gebruik maken van jeugdzorg bij hun 18e verjaardag niet in de steek te laten. Vanaf hun 17e wordt samen met hen gewerkt aan een zorgvuldige overgang naar zelfstandigheid of naar blijvende zorg en ondersteuning. Zo nodig loopt de jeugdzorg door tot hun 23e verjaardag.