Wetenswaardigheden

14 mei 2020

Onderstaand artikel heb ik geschreven in maart 2016 maar is nog altijd actueel want er is de afgelopen vier jaar nauwelijks iets gebeurd om het flexwerken en het oneigenlijke ZZP-er-schap in te dammen. Vandaar dit onderwerp nog eens aan de orde gesteld.


De zelfstandigenaftrek voor ondernemers fungeert bij lagere inkomens als een bijstandsuitkering.

Door een gedegen artikel van Yvonne Hofs in De Volkskrant is er weer een felle discussie losgebarsten over de wenselijkheid en de nadelen van de flexibele invulling van de arbeidsmarkt door ZZP –ers.
Voorop liepen uiteraard De Telegraaf en de werkgeversorganisaties die uiteraard alleen de werkgeversbelangen in ogenschouw namen.

ZZp-ers zijn er in vele soorten. De 162.000 mensen met hogere inkomens als advocaten, chirurgen en consultants met een gemiddeld inkomen van € 73.000 maar ook een groep van 100.000 mensen met een inkomen beneden de € 30.000 per jaar.
De groep hogere inkomens kiest over het algemeen bewust voor het ZZP-schap, de lagere inkomens worden min of meer gedwongen vanwege werkloosheid en geen uitzicht op een nieuw werknemerschap.

Als ZZP-er betaal je minder belasting en premieheffing doordat van de winst een bedrag van €7.280 aan zelfstandigenaftrek mag worden afgetrokken en daarna van het overblijvende bedrag nog eens een MKB-vrijstelling van 14% geldt.
Voorbeeld: een ZZP-er met een winst van € 30.000 betaald slechts over € 20.659 inkomsten belasting en premieheffing. Dat is €3.400 minder dan een werknemer in loondienst betaald. Deze € 3.400 zou je kunnen zien als een bijstandsuitkering.
Verder zijn de ZZP-ers met een laag inkomen bijna nooit verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid en werkloosheid terwijl ook niet voor een pensioenregeling wordt betaald. Dus wanneer het tegenzit valt men terug op een bijstandsuitkering.

Een ander kwalijk effect van de belastingvoordelen is dat deze vaak in de uurprijs wordt verdisconteerd uit concurrentieoverwegingen. Hierdoor wordt de ZZP-er steeds goedkopen t.o.v. de werknemer in loondienst waardoor steeds minder mensen in loondienst worden gehouden. De groep ZZP-ers en de werknemers zonder een vast contract vormen een steeds grotere groep en hierdoor worden de arbeidsverhoudingen ernstig verstoord. Het is dan ook logisch dat Lodewijk Asscher hier wat aanwil doen. Maar ook tegen de nieuwe duur van een WW-uitkering en bij ontslag een transitievergoeding moet worden betaald is, terwijl de regeling pas een paar maanden werkt, al weer verzet. De meeste werkgevers zien werknemers niet meer als kapitaal voor hun onderneming maar als een kostenpost die met alle mogelijke middelen en oneigenlijk gebruik van regelingen zo laag mogelijk moet worden houden.

Het zou beter zijn wanneer de zelfstandigenaftrek en de MKB-aftrek zouden worden afgeschaft. Hierdoor gaan de belastinginkomsten voor de overheid aanzienlijk omhoog. Dit geld zou o.a. besteed kunnen worden om in de thuiszorg redelijke salarissen te kunnen betalen. Daarnaast zou een minimum tarief voor het inlenen van personeel moeten worden ingevoerd om de concurrentie tussen werken als
ZZP-er en werken in loondienst te voorkomen.
Voor de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is nog veel werk te verzetten.

Jan ten Klooster