In het provinciaal bestuur en ook bij andere overheden is er, op goede gronden sprake van dualisme: de staten geven de richting en het beleid en stellen de begroting vast en controleren, het dagelijks bestuur komt met uitwerking en voorstellen en draagt zorg voor de uitvoering. Verder krijgt de uitvoering van provinciale taken veelal vorm in samenwerking met maatschappelijke organisaties, bedrijven en andere overheden. Dat betekent voor mijn aandachtsgebied bijvoorbeeld dat ik mij als Statenlid richt op uitgangspunten en kaders zoals nota’s waarin wordt vastgelegd hoe we willen dat het openbaar vervoer wordt geregeld en onder welke voorwaarden dat mag gebeuren. We nemen als provinciale staten geen beslissingen over de precieze halteplaatsen van de bus en ook niet over de kleuren of namen op de trein. Wel besluiten we over de investeringen in bijvoorbeeld elektrificatie van het spoor, de vormgeving van het busnet, dat bus en trein goede aansluiting op elkaar biedt en toegankelijk is voor een ieder en hoeveel geld daar voor beschikbaar is. Voor de precieze invulling van afspraken en dagelijkse invulling moeten we er van uit kunnen gaan dat de mensen van de praktijk daartoe de juiste keuzes maken en dat in overleg met betrokkenen doen.
Helaas gaat er soms van alles mis tussen plan en praktijk. Een gat tussen bedoeling en uitvoering….. ofwel, de spanning tussen op afstand sturen en directe betrokkenheid bij de uitvoering. Zie de voorbeelden in de jeugdzorg of participatiewet. In de laatste vergadering van provinciale staten van dit jaar kwamen een aantal voorbeelden langs waarover ik me verbaasd heb. Zo hoorde ik van buschauffeurs dat in de nieuwe bussen die vanaf 2021 gaan rijden geen radio meer wordt geïnstalleerd. De provincie zo werd gezegd zou als opdrachtgever voor openbaar vervoer, dat niet nodig vinden. Nu had ik bij de eerdere Uitgangspunten voor de aanbesteding van de bus concessies juist veel aandacht gevraagd voor de arbeidsomstandigheden van chauffeurs. Normale pauzes, fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden, behoud van volwaardige banen. Hoe vreemd is het dan om te horen dat de radio op initiatief van de vervoerder uit het nieuwe bus materieel wordt gelaten. Tja, die radio hadden we inderdaad niet voorgeschreven…. Nu is een radio voor een buschauffeur gewoon een prettig gegeven tijdens de rit. Het helpt een beetje bij de stress in het verkeer en het halen van de vaak strakke schema’s.
Na vragen van mijn kant heeft de gedeputeerde beloofd de vervoerder als werkgever hierop aan te spreken. Van de provincie mag de radio in de bus blijven. Van de reizigers ook zag ik de volgende dag bij Hart van Nederland. Maar toch. Iets soortgelijks geldt het toilet in de trein. Ook hier verwacht je dat dit toch een algemeen geaccepteerde standaard is die niet hoeft voorgeschreven. Toch is in achterliggende periodes een hele reeks treinen geïntroduceerd zonder wc aan boord. In Overijssel is dat beperkt tot treinen op het traject Almelo – Hardenberg , een rit van 24 minuten of korter afhankelijk van de bestemming. In Gelderland zijn echter trajecten van meer dan een uur reistijd zonder wc en dat geldt ook nog eens vele trajecten. Terecht dat belangen en patiëntengroepen zich melden. Gelukkig hebben we rolstoeltoegankelijke toiletten in onze Nieuwe Uitgangspunten voor het Spoor in Overijssel nu vastgelegd. Voor Almelo – Hardenberg is de voorlopige en niet optimale oplossing, dat GS heeft toegezegd NS te verzoeken haar plan en financiën voor comfortabeler stations in Oost Nederland, koffie, wc’s, ov-fiets met voorrang op genoemde spoorlijn te realiseren. Dat zou al helpen.
Kortom, we doen als fractie ons best aan de voorkant zo goed mogelijk te sturen en waar nodig later bij te sturen. Houd ons echter scherp, we hebben de ogen, oren en praktische van onze burgers en partijgenoten hard nodig!
Met vriendelijke groet, kind regards,
Hans Nooter
Lid Provinciale Staten Overijssel voor PvdA