Trijn Jongman zet integriteit op de agenda
Op aandringen van de fractie van de Partij van de Arbeid kwam dinsdag een rapport in de raad dat zeer kritische passages bevat over het functioneren van een aantal raadsleden en de verhouding tussen het college en het ambtelijk apparaat. Hat eerste rapport van Pro Facto, dat juridisch-bestuurskundig onderzoek doet en verbonden is aan de Rijksuniversiteit Groningen, ligt al in de la sinds voorjaar 2016 en dreigde daar te verstoffen, ondanks herhaald aandringen van de PvdA om het publiekelijk te bespreken. Het onderzoek ging om de dienstverlening en vergunningverlening van de gemeente Steenwijkerland, maar daarbij stuitten de onderzoekers op een tweetal zaken die bij de behandeling in de raad terecht alle aandacht kregen. Het rapport geeft aan dat er sprake is van “suboptimale samenwerking tussen het bestuur en het ambtelijk apparaat”, onderzoekerstaal voor geruzie, weinig vertrouwen en verstoorde verhoudingen. Terecht wees de ChristenUnie er in hun bijdrage op dat dit direct ten kosten gaat van de “inwoners, ondernemers en natuur”. Intensieve samenwerking tussen bestuur en apparaat is immers nodig om tot goede dienstverlening te kunnen komen. Langs elkaar heen werken is funest. Daarnaast blijkt dat leden van de raad (de fractie van BGL wordt in het rapport genoemd) de “nog onervaren wethouders” onder druk hebben gezet om oplossingen voor individuele gevallen te zoeken die in strijd waren met door de gemeenteraad vastgesteld beleid. Het rapport geeft aan dat ze hierbij hun rol overschreden. Het riekt inderdaad naar cliëntalisme en roept de vraag op of door het college onder deze druk voorstellen naar de raad zijn gebracht. Trijn Jongman vroeg ernaar in de raad: “Zijn onze democratische processen door deze druk beïnvloed?” Burgemeester Brals onderkende de betekenis van deze vraag en gaf aan hier vanuit zijn functie “als rijksorgaan” scherp op toe te zien.
Zie voor het rapport de website van Steenwijkerland, onder bestuur, de vergadering van 28 maart, punt 8.